Lens
De lens
De lens is een doorzichtige structuur in het oog, die zich tussen het hoornvlies en het netvlies bevindt. Hij bestaat uit een lenskapsel, een cortex en een lenskern. De lens is doormiddel van lensbandjes verbonden met de iris. De lens speelt een belangrijke rol in het scherp zien. Doormiddel van spiertjes van de iris, kan de lens boller of platter worden “accommoderen” . Hierdoor kunnen mensen en de meeste dieren wat veraf is of juist dichtbij scherp zien.
Staar of wel cataract
Wat is staar? Staar is het troebel worden van de lens in het oog. Dit kun je zien doordat de pupil grijs-blauw van kleur lijkt. Vooral als het donker wordt, en de pupil groot is, valt dit op.
Staar kan op alle leeftijden optreden (zelfs al vanaf de geboorte), maar komt vooral voor bij oudere dieren.
Wat is de oorzaak van staar? De ziekte kan spontaan ontstaan of ten gevolge van een andere aandoening, bv. suikerziekte. Bij bijna alle honden treed op oudere leeftijd een vertroebeling van de lens op. Hierdoor wordt het zicht echter meestal niet ernstig aangetast, “fysiologische staar” noemen we dat. We kunnen we met “ophthalmoscoop” (een speciaal lampje_ de lens van het oog en het netvlies bekijken, en zo beoordelen of er sprake is van echte staar, (waardoor het zicht wel in min of meerdere mate wordt aangetast) of een natuurlijke lensveroudering (waarbij het zicht meestal niet wordt aangetast).
Het ontwikkelen van staar kan heel langzaam gaan, maar ook op heel korte termijn en de hond of kat kan hierdoor blind worden.
Er zijn vele onderverdelingen mogelijk van types cataract. Zoals stadium van ontwikkeling, plaats in de lens (voorste, achterste lenskapsel, subcapsulair, etc) leeftijd van ontstaan van de aandoening en oorzaak (erfelijk, secundair). Cataract is meestal erfelijk. Vele vormen van erfelijk cataract beginnen op een karakteristieke plaats binnen de lens. Een vertroebeling op een bepaalde plek in de lens bij een dier van een bepaald ras kan dus een indicatie van erfelijk cataract zijn.
Bij bepaalde rassen kan staar erfelijk zijn, zoals bijvoorbeeld de labrador, Golden Retriever, Duitse Herder, poedel en de Rotweiler.
In dit geval is het soms mogelijk om een staaroperatie uit te voeren (de lens wordt verwijderd, en er wordt dan vaak een nieuwe lens teruggeplaatst). Voor deze operatie is een heel intensieve voor en nabehandeling nodig. En voorafgaand aan de operatie moet ook worden beoordeeld of het netvlies wel goed funtioneerd met behulp van een echo en of electroretinogram. Indien er gekozen wordt voor een staaroperatie wordt u doorverwezen naar de universiteitskliniek.
PHTVL/PHPV
Wat is het PHTVL/PHPV?
Persistent tunica vasculosa lentis en persistent hypeplastic rprimary vitreous is een aandoening van het glasachtig lcihaam. Tijdens de embryonale ontwikkeling is er een netwerk van bloedvaatjes dat de lens van energie voorziet. Normaal gesproken verdwijnen deze bloedvaatjes binnen een paar weken na de geboorte. Het kan echter zijn dat deze bloedvaatjes, of restanten van deze bloedvaatjes blijven bestaan. Dit zorgt voor een witte of bruinrode verkleuring van het achterste gedeelte van de lens.
Bij welke rassen komt PHTVL/PHPV voor?
Bij een aantal hondenrassen is deze oogaandoening erfelijk zoals de Staffordshire Bull Terrier, Bouvier, Greyhound, Airedale terrier, Duitse herder, poedel, Alaskan Malamute, Siberische Husky, Labrador Retriever, Ierse setter en de Doberman Pinscher.
Gradaties van PHTVL/PHPV
PHPVL/PHPV kan in verschillende gradaties voorkomen. Varierend van alleen wat troebele plekken aan de achterkant van de lens, restanten van het bloedvatenstelsel in het glasachtig lichaam of de lens, een misvormde lens of te kleine lens, bloedingen in de lens of in het glasachtig lichaam en cataract vorming PHPVL/PHPV kan aan of beide ogen voorkomen.
Wat zijn de symptomen?
Bij kleine afwijkingen zal er niet zo snel sprake zijn van zicht problemen bij de hond. Als de afwijking groter is kan het zijn dat de blind is of wordt ten gevolge van bloedingen of cataract.
Diagnose
De diagnose wordt gesteld doormiddel van onderzoek met een ophthalmoscoop en een spleetlamp gesteld. Met een echo kan een bloedvat ter hoogte van het glasachtig lichaam en een afwijkende lensvorm indien aanwezig in beeld worden gebracht.
Behandeling
Behandeling is vaak niet nodig. Soms is de hond gebaat bij het gebruik van atropine druppels, die er voor zorgen dat de pupil wijder wordt. Indien het zicht erg verstoord wordt is een operatie nodig waarbij de lens verwijderd wordt en een kunstlens wordt geplaatst. In het geval van PHTVL/PHPV is de kans op het ontstaan van complicaties zoals netvliesloslatingen en uveitis (een onsteking in het oog) groter dan bij het verwijderen van de
Lensluxatie
Wat is lensluxatie?
Lensluxatie houdt in dat de lens in het oog los in het oog komt te liggen, doordat de ophangbandjes van de lens kapot gaan. De losliggende lens kan zowel voor de iris (lensluxatie anterior) terecht komen, hij ligt dan in de voorste oogkamer of achter de iris (lensluxatie posterior) , hij ligt dan in de achterste oogkamer. Ook kan het zijn dat de lens nog op zijn plek, zit maar los aan het raken is. Mens spreekt dan van lenssubluxatie. Bij oogonderzoek kan dan een typisch zwart half maantje (aphakic crescent) opvallen. Het kan ook zijn dat je dan de lens ziet trillen bij het bewegen van de kop.
Hoe ontstaat lensluxatie?
De lens kan spontaan losraken (dit komt vooral veel voor bij terriërs) of ten gevolge van andere problemen in het oog, zoals een hoge oogdruk, een ontsteking of staar (cataract) van de lens en een klap tegen het oog.
Symptomen
Een naar voren geluxeerde lens kan je in de voorste oogkamer zien liggen. Een naar achter geluxeerde lens is vaak via de pupil wat lastiger te zien.
Een lens die naar achteren valt geeft meestal niet direct klachten, maar kan wel de afvoer van kamervocht belemmeren, waardoor er een te hoge oogdruk (glaucoom) kan ontstaan.
Lensluxatie naar voren kan erg pijnlijk zijn als de lens het hoornvlies raakt. De lens kan het hoornvlies blijvend beschadigen. Als de luxatie klachten veroorzaakt, kan het zijn dat het dier knijpt met het oog, het oog traant, of het oog rood wordt.
Als de lens niet meer op zijn plek zit, zal de hond of kat wazig zien, in de praktijk lijken de dieren hier weinig of geen last van te hebben.
Diagnose
Soms is de diagnose al zonder instrumentarium te stellen, soms is een spleetlamp nodig. Als het hoornvlies niet meer helder is door schade van de lens of een hoge druk, zal er een echo nodig zijn om de diagnose te stellen.
Behandeling
-
Behandeling van lensluxatie naar voren
Als de lens naar voren geluxeerd is, moet deze chirurgisch uit de voorste oogkamer verwijderd worden. Bij de operatie wordt er een snede in het hoornvlies gemaakt, via deze snede wordt de losliggende lens verwijderd en de snede weer gehecht.
Voor de operatie is het belangrijk om te weten of er geen sprake is van glaucoom (te hoge oogdruk), uveitis (een ontsteking in het oog) en of het netvlies wel goed functioneert. Al deze factoren beinvloeden sterk het resultaat van de operatie en het herstel. Verschillende oogonderzoeken zullen dan ook voor de operatie plaatsvinden.
Voor en na de operatie zal er een behandeling met antibioticum en ontstekingsremmers plaatsvinden. Ook moet de hond of kat na de operatie een kraag om. Na de operatie moet het dier ook verschillende malen op controle komen.
ls er voor gekozen wordt om geen chirurgie toe te passen kan na het toepassen van pupilverwijdende oogdruppels de lens naar achteren te laten luxeren, waar hij minder snel voor problemen zorgt. Dit lukt echter niet vaak.
Oogspecialisten plaatsen soms een kunstmatige lens in het oog, zodat de hond of kat na de operatie weer scherp kan zien
-
Behandeling van lensluxatie naar achteren
Chirurgie van een naar achteren geluxeerde lens wordt gedaan door een oogspecialist. Gezien het feit dat een lensluxatie naar achteren minder snel problemen veroorzaakt en het feit dat hier sprake is van een complicatie gevoelige operatie, kan er ook gekozen worden om niet te opereren. Het dier krijgt dan wel levenslang medicatie om de pupil klein te houden, zodat de lens niet alsnog naar voren gaat. Het ontstaan van een te hoge oogdruk (glaucoom) is in het geval van lensluxatie naar achter een stuk minder groot maar niet uitgesloten.